Casus 15

WAT EEN VIRUS TEWEEG KAN BRENGEN

Eind november 2012 werden wij geconsulteerd door de heer R vanwege pijnen en vermoeidheid. Deze klachten bestonden sinds het najaar van 2006. In oktober 2010 is hij uiteindelijk door zijn huisarts verwezen en is via de internist, neuroloog en reumatoloog terugverwezen met de diagnose fibromyalgie. Letterlijk vertaald betekent dit “vezelpijn’.
Toen ik heel precies zijn ziektegeschiedenis uitploos bleek dat hij reeds in 2006, na een heel drukke periode, een koortsende ziekte kreeg (september), waarna de klachten zijn begonnen. De huisarts heeft toen gedacht aan een uitputtingsbeeld en de bedrijfsarts heeft dat overgenomen.
Bij de biofysische diagnostiek kwam aan het licht dat er nog een griepvirus aanwezig was, evenals een geringe belasting door een kwikvulling. Binnen vier weken tijd kreeg hij drie keer een bioresonantiebehandeling, waarna het virus niet meer aantoonbaar was. In de tweede week van januari 2013 zie ik hem weer, en dan vertelt hij dat al zijn pijn en vermoeidheidsklachten zijn verdwenen.

Commentaar: wanneer iemand na zes jaar ‘ziek zijn” binnen een maand/ na drie behandelingen klachtenvrij wordt, is dat wat mij betreft vrijwel bewijzend dat de diagnose chronische virusbelasting klopt, en dat bioresonantietherapie een effectieve behandelwijze is.
Het feit dat de specialisten in het ziekenhuis een dergelijke diagnose (nog) niet kunnen stellen laat zien dat de complementaire geneeskunde op dit terrein een stap verder is. De diagnose fibromyalgie is een omschrijving van de klacht, en verwijst niet naar de oorzaak. Ik noem het dan ook maar een ‘verlegenheidsdiagnose’.
Tenslotte is het me weer eens opgevallen dat het van belang is om een klacht en het ontstaan ervan heel precies uit te vragen. Deze patiënt vertoonde in de zomervakantie van 2006 geen spoor van vermoeidheid, was zeer actief (mountainbiken) en sliep prima. Bij een patiënt die op weg is naar een burn-out zijn dan al klachten aanwezig.