Fotonentherapie

Volgens het gedachtegoed van de biofysische geneeskunde worden alle regulatieprocessen in het lichaam – en dat zijn er heel veel – uiteindelijk door biologisch elektromagnetisme gestuurd. Het uitwisselen van informatie binnen dat systeem vindt plaats via biofotonen, waarbij de DNA-helix in de kern van de cel als een soort antenne fungeert. In de conventionele geneeskunde wordt ervan uitgegaan dat de regulatie vooral plaatsvindt via hormonen, enzymen, ’boodschapper moleculen’ en het (vegetatieve) zenuwstelsel.
Er is echter met de wetenschappelijke kennis die we tegenwoordig bezitten geen betere theorie om de meervoudige en uiterst complexe regulatie en communicatie tussen cellen en organen in biologische systemen te verklaren, dan die van de biofotonentheorie van professor dr. F.A. Popp.
Volgens de kwantumtheorie bestaat licht uit partikels, de zogenaamde lichtkwanta of fotonen. Biofotonen zijn de lichtdeeltjes die door cellen worden uitgezonden en waarmee deze cellen onderling communiceren. Bij ziekte van een orgaan of orgaansysteem kan dan ook een verandering van biofotonenuitstraling worden gemeten. Overigens: deze onderzoeken kunnen alleen met zeer geavanceerde apparatuur gedaan worden, in het kader van wetenschappelijk onderzoek, o.a. in het International Insitute of Biophysics te Neuss in Duitsland.

Fotonentherapie
Er is dus geen leven denkbaar zonder licht. Gezonde cellen produceren licht, heel zwak, maar meetbaar. In zieke cellen vermindert deze lichtdeeltjes-emissie. De regeneratie van verzwakte of zieke cellen wordt gestimuleerd door bepaald licht (fotonen) toe te dienen. Op gezonde cellen hebben deze fotonen geen effect. Met fotonentherapie voegen we dus fotonen toe aan het organisme. Ze doen dáár hun werk, waar ze het meest nodig zijn. Het directe effect van fotonentherapie is dat het metabole processen in het lichaam kan activeren, inclusief celdeling, celstofwisseling, ontgiftingsstofwisseling (met name in de lever).

Verbetering van de eiwitsynthese, verhoging van de leucocytenactiviteit en verbetering van de afweer door de witte bloedcellen. Fotonentherapie kan dus goed ingezet worden bij alle processen waarbij het lichaam bezig is te herstellen: infectie, ontsteking, wondgenezing.

Hormonale effecten
Wanneer fotonentherapie wordt toegepast heeft dat ook invloed op de productie van endorfinen. Endorfinen lijken in hun werking op morfine. Je zou kunnen zeggen dat endorfine een lichaamseigen morfine is. Deze hormonen worden op verschillende plaatsen in het lichaam geproduceerd, o.a. ook in het centrale zenuwstelsel. Ze hebben invloed op het gevoel van algeheel welbevinden en hebben tevens een pijnreducerend effect. Bij patiënten met (chronische) pijn kan fotonentherapie dus goed ingezet worden omdat bij hen een verlaagde concentratie van endorfinen in het hersenvocht is aangetoond. Verder hebben ze een functie in de regulatie van het lichaam bij stresssituaties en een regulerende werking op bloeddruk, ademhaling, hartslag, spijsvertering en temperatuur.
Wanneer een persoon dus langdurig met stress te doen heeft of heeft gehad, door wat voor oorzaak dan ook, zal fotonentherapie goed inzetbaar zijn. Ook verslavingsziekten worden in verband gebracht met een remming van de lichaamseigen endorfinen.
Door fotonentherapie wordt de cortisol- en serotoninehuishouding genormaliseerd en daarmee ook veel stress-gerelateerde klachten. Dit gegeven maakt dat fotonentherapie inzetbaar is bij burn-out problematiek, depressiviteit, verslavingsziekten en overgewicht.
We kunnen concluderen dat de fotonentherapie bij vrijwel iedere (chronische) klacht inzetbaar is, aanvullend of als primaire therapie.

De praktijk van de fotonentherapie
De patiënt krijgt “de fotonen” toegediend middels een lamp, de fotonenapplicator. Deze lamp bestaat uit 84 lichtdioden. Deze dioden zenden een intermitterend infrarood licht uit met een golflengte van 880 Nm en een door ons nader in te stellen puls-frequentie en intensiteit.
Op grond van de klacht, de voorgeschiedenis en de biofysische diagnostiek (o.a. met Bicom) wordt bepaald op welke plaatsen van het lichaam de fotonapplicator wordt gezet. De behandelingen duren 25 tot 50 minuten en kunnen het best 1 tot 2 keer per week worden gegeven, afhankelijk van het ziektebeeld.

Reacties van de patiënt
Tijdens de therapie hoeft er niet persé een reactie te komen. Er kan echter een verergering van bestaande vermoeidheid optreden, evenals afname van de concentratie. Ook kan een verergering of een vermindering van reeds bestaande symptomen optreden. Na de therapie kunnen er reacties zijn, zoals extreme vermoeidheid, toename van pijnklachten en activering van sluimerende ziektehaarden.

Voor wie niet?
Patiënten met een pacemaker, zwangeren en patiënten die een orgaantransplantatie hebben ondergaan, behandelen we bij voorkeur niet met fotonentherapie.

Voor wie wel?
Op grond van ervaringsberichten van collega’s in Duitsland zijn er veel ziektebeelden die met de Bionic behandeld kunnen worden. Wij echter gebruiken de Bionic, in combinatie met bioresonantie, voornamelijk voor de ziekte van Lyme.

Hopelijk komt er ook meer wetenschappelijk onderzoek naar de effectiviteit van de fotonentherapie.