Verslag enquête complementaire geneeskunde

De VVAA, een vereniging van medische beroepsbeoefenaars waar velen van hen tevens verzekeringen hebben ondergebracht, heeft in februari 2010 een enquête gehouden onder haar leden, om te peilen hoe hun visie is op alternatieve geneeswijzen (vanaf nu praat ik hier over CAM, een term die veel in de Engelstalige literatuur wordt gebruikt en de afkorting is van Complementary Alternative Medicine).

Ik wil graag de uitkomsten van deze enquête met u delen, omdat u waarschijnlijk met dit onderwerp te maken krijgt. Aan de steekproef deden 4135 professionals mee, waaronder apothekers (2%), fysiotherapeuten (11%), medisch specialisten (4%), huisartsen (15%), tandartsen (11%), dierenartsen (4%), artsen in opleiding (11%) en andere (para)- medische beroepen (24%). Bij die laatste groep moet u denken aan verloskundigen, bedrijfsartsen, artsen voor natuurgeneeskunde etc.
Graag ga ik met u langs enkele in het oog springende vragen en antwoorden.

Op de vraag of CAM werkzaam is, werd door de groep huisartsen en medisch specialisten (daar hebben u en ik tenslotte het meest mee te maken) het volgende antwoord gegeven: van deze groep vindt 8% dat CAM absoluut niet werkt, en 14% vindt dat het zelfs schadelijk kan zijn.

Wanneer de mening wordt gevraagd over de stelling dat CAM een vorm van placebotherapie* is, is 60% van de specialisten en huisartsen het daarmee eens. De kans is dus niet gering dat u zo’n huisarts heeft of zo’n specialist tegenkomt. Hij of zij zal het idee hebben dat u als patiënt in zekere zin voor de gek wordt gehouden.

Tweederde van de respondenten (67%) vindt dan ook dat de verwachtingen die door de CAM zelf worden gewekt te hooggespannen zijn en een verkeerd beeld geven van de genezingseffecten**.

Op de vraag of deze behandelingen of producten ook verboden moeten worden antwoordt 44% positief. Als we de groep huisartsen en medisch specialisten op zich nemen is zelfs 53% vóór een verbod.

Er werd ook gevraagd of men tijdens de opleiding informatie heeft gekregen over de CAM. Van alle respondenten heeft 46% geen enkele informatie, 50% weinig informatie en 4% veel informatie gekregen. Ik trek daar de conclusie uit dat veel zorgprofessionals mogelijk meer conclusies trekken op grond van vooringenomenheid dan op grond van het bestuderen van CAM.

Er is ook een lichtpuntje: 40% van alle respondenten vindt dat er meer aandacht besteed moet worden aan CAM. Slechts 7% van hen is van mening dat CAM tijdens de opleiding tot ‘zorgprofessional’ geen enkele aandacht moet krijgen.

Tenslotte werd aan de leden voorgelegd hoe ze zouden handelen als een patiënt om een verwijzing naar de CAM vraagt. Slechts 3% van alle respondenten zou dit ten sterkste afraden. Iets meer dan de helft (52%) zou zeggen dat het niet zijn/ haar vakgebied is en dat het de keuze van de patiënt zelf is. Nog eens 23% zou de patiënt waarschuwen dat er veel kaf tussen het koren zit. Dus hier zien we dat het merendeel van de respondenten toch een enigszins passieve, afstandelijke houding aanneemt en niet actief patiënten doorstuurt naar een CAM- arts/ therapeut.

Conclusies
Als ik mijn conclusies trek uit deze enquête, dan is de groep artsen die vindt dat u absoluut niet naar een CAM- behandelaar moet gaan (schadelijk, geen effect) niet zo groot, 14%. Dat zijn waarschijnlijk artsen die u zullen waarschuwen.
De groep artsen die er weinig van verwacht omdat het alleen om een placebo-effect zou gaan is veel groter. Deze persoon zal in zijn achterhoofd hebben: “als u opknapt met zo’n behandeling weet ik al waarom het werkt: placebo-werking!”.
Tenslotte valt op dat er maar weinig artsen tijdens hun studie enige ondergrond of kennis van CAM meekrijgen. Dat herken ik zeker! Het hele gedachtegoed van basisregulatiesysteem, biofysische sturing, stoorvelden, zelfregulatie en blokkades is voor mij pas jaren na mijn artsenstudie duidelijk geworden en gaan leven.

* placebotherapie is een verschijnsel dat een patiënt alleen al opknapt van het feit dat hij/zij een medische (nep)behandeling ondergaat en wordt verklaard door het positieve psychische effect dat optreedt door vertrouwen in de heilzame werking van een behandeling. Overigens: CAM-therapie wordt met succes toegepast bij baby’s en bij dieren. Bij hen kan natuurlijk geen sprake zijn van suggestie of placebo-effect. Bij ons liggen de baby’s gewoon te slapen in hun stoeltje als ze met bioresonantietherapie worden behandeld!

** Wij hechten eraan dat de verwachtingen omtrent de effectiviteit van de behandelingen reëel zijn. Vaak zeggen we bij het eerste consult dat niet iedereen hier van zijn klachten afkomt- want dat zijn de feiten. Wij zijn eerder geneigd hooggespannen verwachtingen te dempen