Bij het ontstaan van de “moderne verouderings- en beschavingsziekten”, zoals overgewicht, suikerziekte, hart- en vaatziekten, kanker, osteoporose en reuma-achtige aandoeningen speelt voeding een centrale rol. Volgens schattingen is de helft(!) van alle ziekten in de westerse geïndustrialiseerde wereld terug te voeren op verkeerde voeding.
Het voedingspatroon van onze verre voorouders en dat van ons ligt heel ver uit elkaar. Van oudsher dient voeding om je te voorzien van ‘bouwstenen” en energie. Tegenwoordig eten we omdat we ergens zin in hebben. En voedsel is voor bijna iedereen in het westen volop aanwezig. Energierijke voeding met veel vet en suiker domineren onze voeding terwijl vezels, mineralen en vitaminen tekort schieten.
In Duitsland bedraagt de jaarlijkse kostenpost voor ziekten die mede door foute voeding worden veroorzaakt 110 miljard euro.
Onze verre voorouders aten ongeveer 2 tot 3 keer zoveel eiwitten. Deze waren afkomstig van vis en vlees. Vlees van in het wild levende dieren is kwalitatief beter dan het vlees van onze box-kalveren. En de vis droeg toen geen kwik met zich mee.
Verder aten ze 5-10 x zoveel vezels. Veel van onze voeding is dermate geraffineerd dat er maar weinig onverteerbare vezels in terug te vinden zijn. Dus in het algemeen kun je zeggen: hoe minder ‘bewerkingen’ voedsel heeft ondergaan, hoe gezonder (lees: vezelrijker). De hoeveelheid koolhydraten verschilt niet zoveel, wel gebruiken wij 5 keer zoveel suiker. De cholesterol-inname van onze voorouders verschilt niet wezenlijk van de onze.
Wat betreft de vitaminen gebruikten ze ruim 2 keer zoveel vit A, ca 3x zoveel vit E en ca 3x zoveel carotenoïden.
Wat betreft de mineralen: ruim 2x zoveel calcium, 4x zoveel kalium, 5x minder natrium, 8 x zoveel ijzer en 4x zoveel zink!
Het “moderne” westerse dieet wordt gekenmerkt door een extreem hoge consumptie van enkelvoudige suikers (60-100 gr per dag) en een hoog vetgebruik: 35-40% van de energie wordt door (vaak verborgen) vetten geleverd.
De dierlijke, verzadigde vetten vormen het belangrijkste aandeel, terwijl de hoeveelheid meervoudig onverzadigde vetzuren juist onvoldoende worden gegeten. Verder kenmerkt het westerse dieet zich door een vezelarme voeding en een veel te hoog natrium (keukenzout-) gebruik van ca 10 gram per dag! Tenslotte bevat onze voeding onvoldoende essentiële vitaminen, mineralen en sporenelementen.
Het is niet moeilijk deze bewering te staven. Cijfers van een Brits onderzoek laten zien dat de hoeveelheid vitaminen en mineralen in diverse groenten en fruit, gemeten in 1991, ten opzichte van de metingen in 1940 met maar liefst gemiddeld 47% is gedaald! Gekeken werd naar de concentratie van calcium, foliumzuur, magnesium, vit B6, vit C, kalium. Deze nutriënten werden gemeten bij broccoli, bonen, aardappelen, appels, bananen, aardbeien, spinazie en wortelen: dus alledaagse voeding.
De oorzaken zijn vooral de uitgeputte grond, eenzijdige bemesting, te snelle, “kunstmatige’ groei, langdurige opslag, bewerking. Dus als u nog steeds het idee heeft dat voeding alles kan leveren wat we nodig hebben aan vitamines, mineralen en sporenelementen, dan hoop ik dat ik u daar een beetje vanaf geholpen heb.
Het is dan ook heel logisch dat we veel patiënten in onze praktijk een multivitamine-pil voorschrijven om die tekorten enigszins op te vangen.
Tenslotte is het ook nog zo dat de behoefte van diverse mensen aan de nodige vitamines en mineralen verschillen. Mensen met een behoorlijke portie stress komen veel eerder bepaalde vitaminen tekort. Ook zwangeren en ouderen hebben andere behoeften.
Patiënten met maagdarm-ziekten vragen een andere vitamine-inname, evenals mensen die medicatie gebruiken.
Conclusie
Het onderwerp voedsel en voedselbereiding vraagt om heel veel meer aandacht. Preventie door gezonde voeding en vitaminesuppletie zou vanuit economisch perspectief alleen al een heel logische stap zijn!